Er was eens…

Er was eens… een schrijver. Rob de Barbanson. Je kunt wel zeggen dat ‘gezond zijn’ in zijn leven nogal eens een uitdaging is geweest. Het thema ‘overleven’ speelt in zijn werk daarom altijd een belangrijke rol. Op vakantie in Colombia maakte hij iets heel bijzonders mee:

“Het was warm. Tropisch warm.

Ter verkoeling was ik in een zwembad, gelegen aan de rand van het oerwoud, net buiten de stad Cali in Colombia. Ik liep op mijn gemak wat rond tot ik een jong meisje van een jaar of acht zag. Ze keek naar vlinders die dartelend rondvlogen bij bloeiende struiken. Hun kleurige vleugels schitterden in het zonlicht. Het meisje stak haar wijsvinger in haar mond. Vervolgens strekte ze haar arm en hield haar natte vinger vlak voor een vlinder die was neergestreken op een bloem.

Tot mijn verbazing zag ik de vlinder met klappende vleugels de vinger oplopen.Voorzichtig bracht het meisje die met de vlinder tot vlak voor haar neus. De twee leken elkaar recht in de ogen te kijken.

Maar toen gebeurde het. Ik zag hoe de vlinder zijn tong uitrolde en daarmee het puntje van de neus van het meisje aantikte. Zij lachte haar tanden bloot, strekte haar arm waarop de vlinder wegvloog. Het was pure poëzie.

En ik dacht, daar moet ik wat mee doen. Hier zit een verhaal in.”

Er kwam een script! En met dat script liep hij, in 2016, binnen bij Arnoud, Michiel en Chris van il Luster: een animatie-producenten-trio waar ik toen een kantoor meedeelde.
Ze waren enthousiast, er was alleen nog een animatie regisseur nodig. 

En die regisseur? Dat ben ik! 

De timing tussen Rob en ik maakt het geheel wel heel bijzonder, omdat hij onze studio bezocht, net op het moment dat ik hoorde dat mijn vader ongeneeslijk ziek was. Ik vind het wat ongemakkelijk om dat hier wat dramatisch op te schrijven, want dat is niet mijn stijl en ook niet de toon van de film. Maar het is wel het verhaal wat bij de making of “LouLou” hoort.

Zelf maakte ik trouwens ook iets heel speciaals met deze vlinder mee! 

Vertel ik je volgende keer over.

Merry Christmas alvast!

Liefs, Hanneke